B.119166
Sclerophrys regularis. Bokaal met specimens in alcohol / Bocal avec échantillons en alcool / Jar with specimens in alcohol. Parc national Albert, Kivu, RD Congo. 1955. Field-collected by G.-F. de Witte. 1955. B.119166, B.119175, B.119176, B.119191-92, B.119193-94.
Een wetenschappelijke expeditie
De hier getoonde amfibieën zijn in alcohol geconserveerde specimens die in 1955 verworven werden door de herpetoloog (reptielenexpert) Gaston-François de Witte (1897-1980), tijdens een wetenschappelijke expeditie in het Nationaal Park Koning Albert (het huidige Nationaal Park Virunga).
In 1920 trad de Witte toe tot het Museum van Belgisch Congo. Hij werkte er op de afdeling Zoölogie en Entomologie. Vanaf 1924 reisde hij verschillende keren naar Congo, waar hij monsters nam van fauna en flora. In 1936 trad hij in dienst van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen.
Dankzij de verschillende wetenschappelijke expedities onder zijn leiding konden Belgische musea zoals dat van Tervuren en het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen een groot aantal dier- en plantensoorten verwerven. De door de Witte opgebouwde zoölogische collectie omvat 153.031 amfibieën, 6.004.000 insecten, 3326 zoogdieren, 13.447 vogels, 32.377 vissen en 20.028 reptielen. De botanische collectie omvat 16.944 Afrikaanse herbariumnummers. Bovendien bewaart het museum van Tervuren een honderdtal etnografische voorwerpen die de Witte tijdens zijn expedities heeft verworven.
Niet enkel de Witte
Naast de naam de Witte horen de namen te staan van honderden anonieme mensen die aan de collectiecampagnes hebben meegewerkt en ze mogelijk hebben gemaakt. In het begin van de koloniale periode werden de expedities over het algemeen georganiseerd door een klein, multidisciplinair wetenschappelijk team dat uitsluitend uit westerlingen bestond. Vele Congolezen vergezelden hen echter en vormden een onmisbare versterking bij het verzamelen van zoveel mogelijk specimens.
De Congolezen werden aangeworven als dragers om de kisten met de collecties te vervoeren. Zij hielden zich bovendien bezig met opsporing en jacht of werden ingehuurd om de dieren te slachten. In 1954 bestond de technische staf van het Nationaal Park Koning Albert uit 34 Congolezen (preparatoren, jagers, botanici, taxidermisten, enz.), die belast waren met het voederen, sorteren en verpakken van de verzamelde specimens.
De preparatoren Kanzaguhera, Muhima, Sekure en Makaramba. 1945. KMMA Tervuren, HP.2011.62.17-562.